Begrippenlijst: van asielzoeker tot en met naturalisatie

Wat is een AZC? Wat doet de IND? Wat is het verschil tussen een vluchteling en asielzoeker? Bekijk de begrippenlijst van Vluchtelingwerk-Samenspraak Bunnik. Klik op het PLUSJE voor meer informatie en uitleg over het begrip.

Iemand die een andere taal beheerst dan het Nederlands.

Iemand die zijn land verlaat om elders bescherming te zoeken is op de vlucht en wordt in algemene zin een vluchteling genoemd. Op het moment dat iemand in een ander land om asiel (bescherming) vraagt wordt hij/zij opgenomen in de asielprocedure en is daarmee asielzoeker geworden. Het recht om asiel te vragen is een fundamenteel recht. Een illegale asielzoeker bestaat daarom niet.

Lees hier meer uitleg over de asielprocedure

Volgens het Vluchtelingenverdrag, opgesteld door de Verenigde Naties in 1951 is een vluchteling iemand die “vanwege een gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging zich buiten het land bevindt waarvan hij de nationaliteit bezit en niet in staat is of, vanwege deze vrees, niet bereid is een beroep te doen op de bescherming van dat land…”
In Nederland is een vluchteling iemand die de asielprocedure met goed gevolg heeft doorlopen en daarom asiel heeft verkregen.

Lees meer.

Een vluchteling die in Nederland asiel heeft verkregen, heeft een verblijfsstatus en wordt daarom ook wel statushouder genoemd. Naar aanleiding van het vluchtverhaal en naar aanleiding van onderzoek naar de situatie in het land van herkomst, heeft de IND geoordeeld dat iemand recht heeft op asiel, dus op verblijf in Nederland. De basis voor deze beoordeling ligt in het Vluchtelingenverdrag. De juridische uitwerking daarvan ligt vast in de Vreemdelingenwet en in jurisprudentie.

In de Vreemdelingenwet zijn diverse gronden bepaald waarop een verblijfsvergunning verleend wordt. Iemand die persoonlijk te leiden heeft gehad van vervolging heeft een ‘sterkere’ asielstatus dan iemand die op grond van de algemene slechte situatie in zijn land van herkomst een status heeft verkregen.

Een verblijfsvergunning wordt ook verleend als er bij terugkeer naar het land van herkomst een reëel risico is op doodstraf, foltering of willekeurig geweld.

In zeer bijzondere situaties kan een verzoek gedaan worden op de discretionaire bevoegdheid van de minister. Er kan dan een vergunning verleend worden op basis van schrijnendheid.

Een verblijfsvergunning heeft een geldigheid van 5 jaar. Daarna kan een vergunning voor onbepaalde tijd aangevraagd worden of de statushouder kan om naturalisatie verzoeken.

Lees meer.

De IND is een agentschap van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie voert de IND de Vreemdelingenwet en de Rijkswet op het Nederlanderschap uit. Dit betekent dat de IND alle verblijfsaanvragen beoordeelt van mensen die in Nederland willen wonen of Nederlander willen worden.

Ga naar de website van de IND.

Een asielzoeker verblijft tijdens de asielprocedure in een AZC. Als een verblijfsvergunning wordt toegekend komt huisvesting in de gemeente in beeld. Tot het moment van huisvesting in de gemeente verblijft de statushouder in het AZC.
Het COA draagt zorg voor de opvang van asielzoekers en statushouders in de AZC’s. Het COA koppelt de statushouders aan een gemeente. Het ministerie stelt vast hoeveel statushouders elke gemeente per half jaar verplicht is te huisvesten. Dit wordt de taakstelling huisvesting statushouders genoemd. Deze taakstelling wordt bepaald aan de hand van het aantal te verlenen verblijfsvergunningen en het aantal inwoners van de gemeente.

Lees meer.

Een inburgeraar moet binnen een jaar nadat hij is ingeschreven in een gemeente de participatieverklaring tekenen. Daarmee verklaart hij actief mee te willen doen de Nederlandse samenleving en te respecteren wat belangrijk is in Nederland, bijvoorbeeld vrijheid, gelijkheid en democratie . Een participatiecursus wordt in de eigen taal gegeven. Meer informatie over de participatieverklaring.

Iemand die om asiel heeft gevraagd maar het niet heeft gekregen omdat uit onderzoek is gebleken dat er geen risico is op vervolging of ernstige schade. Een uitgeprocedeerde asielzoeker verblijft niet langer legaal in het land en krijgt een bevel om het grondgebied te verlaten.

Een volwassene uit een niet-Europees land, die een verblijfsvergunning heeft gekregen, moet binnen vijf jaar ingeburgerd zijn. Dat betekent dat hij/zij de examens Nederlands (spreken, luisteren, lezen en schrijven), Kennis van de Nederlandse Samenleving (KNS) en Oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt (ONA) moet halen. Alle informatie over inburgeren staat op inburgeren.nl.

Een houder van een asielvergunning heeft het recht om binnen 3 maanden na statusverlening, een verzoek in te dienen om achtergebleven familieleden met wie de statushouder een gezin vormde naar Nederland te laten komen. Hiervoor is de gezinsherenigingsprocedure. Meestal gaat het om de partner en/of kinderen.

Lees meer over gezinshereniging.

Na vijf jaar wettelijk en onafgebroken verblijf in Nederland kan een statushouder bij de gemeente een verzoek indienen voor naturalisatie. Dit is het verkrijgen van het Nederlanderschap. De IND beslist over het naturalisatieverzoek. Bij Koninklijk besluit wordt het Nederlanderschap vastgesteld. Elk jaar organiseert de gemeente een ‘naturalisatieceremonie’. Tijdens deze ceremonie wordt een Verklaring van Verbondenheid afgelegd.

Lees meer.